Zet mensen bij elkaar met veel kennis van gegevensuitwisseling en het resultaat is een goed beeld van wat nodig is voor interoperabiliteit in en tussen zorgorganisaties, inclusief belemmeringen en verantwoordelijkheden. Dat is het idee achter de rondetafelgesprekken die IHE Nederland organiseert.
Deze keer: Ronald Cornet, o.a. klinisch informaticus bij Amsterdam UMC en René de Vries, Enterprise architect bij CGI. De een, Ronald, werkt al bijna 30 jaar bij het academische ziekenhuis in Amsterdam, voorheen AMC. De ander, René, werkt ruim 10 jaar bij het van oorsprong Canadese bedrijf waar wereldwijd ruim 90.000 mensen werken, van wie ongeveer 2.500 in Nederland.
Gespreksleiders zijn Tie Tjee, bestuurslid van IHE Nederland en Ellen Kleverlaan, journalist, tevens verantwoordelijk voor de tekst.
Dat interoperabiliteit nog altijd niet goed is geregeld, heeft een aantal oorzaken. In de eerste interview van deze serie zijn de problemen rond eenheid van taal aan de orde gekomen. In dit interview komt de vermeende complexiteit van het Nederlandse zorgstelsel aan de orde. Nu eerst de vraag in hoeverre men in essentie begrijpt dat interoperabiliteit een veranderproces met verschillende dynamieken is.
We kunnen stellen dat het probleem ontstaat doordat er een zorgsysteem is dat in principe functioneert. Het is niet perfect, maar het werkt omdat het altijd zo heeft gewerkt. En dan komt er het bericht dat het vanaf nu anders moet. De crux is hier dat het een systeemverandering betreft, die voor gegevensuitwisseling nodig is. Een systeemverandering die interoperabiliteit heet, op alle niveaus waarop een ziekenhuis functioneert. Dat de argumenten voor interoperabiliteit stuk voor stuk valide zijn, blijkt niet genoeg om op individueel niveau die systeemverandering door te voeren. Daarvoor is het te veel een breuk met het systeem van werken zoals je altijd hebt gewerkt en het dus gewend bent.
René: “Voor AI zijn veel zorgverleners te porren, ze vinden dat over het algemeen heel interessant. Maar als je dan uitlegt dat de AI-toepassing wel moet begrijpen wat in de patiëntendossiers staat en dat je data daarvoor gestructureerd moet zijn en dat dit een bepaalde taal en notatiemethode vereist, gaan de hakken in het zand. Want je bent gewend, bijvoorbeeld, om altijd notities met opmerkingen in het dossier bij te voegen.” Ronald: “Het is in essentie ook geen techniek-discussie. De techniek krijgen we wel voor elkaar, maar mensen moeten mee in wat dat van hen vraagt. If it ain’t broken, don’t fix it: wij kunnen wel vinden dat het een beetje “broken” is, maar veel zorgverleners ervaren dat niet zo. Niet genoeg om het te gaan fixen.”
Zorgverzekeraars spelen hierbij ook een rol. René vertelt over een applicatie om te registreren hoe hoog het aantal heropnames is dat je kunt relateren aan een operatie die in de periode daarvoor plaatsvond. Daarvoor hield men dat altijd handmatig bij. “Die applicatie werkte zo goed dat opeens bleek dat er meer heropnames waren dan ze altijd dachten.” De zorgverzekeraar zei vervolgens: “Jullie doen het veel slechter dan andere ziekenhuizen qua heropnames.”
De artsen waren enthousiast over de applicatie, want het gaf hun veel inzicht. Toch heeft deze het niet gered, vertelt René, want op die manier wilde het ziekenhuis niet bekend komen te staan. Het zijn de perverse prikkels in het systeem waarmee we wel te maken hebben en die eveneens zorgen voor drempels voor systeemverandering. Beter meten door technische applicaties zodat je de kwaliteit van zorg kunt verbeteren, is dus niet per se iets waarvoor ziekenhuizen in de rij staan. En de zorgverzekeraars zijn niet de enigen die hier een rol spelen. De media doen dat ook; als een journalist oppikt dat dit ziekenhuis opeens veel heropnames heeft, dan is dat geen wenselijke uitstraling voor het ziekenhuis.
Daar komt bij de veelgenoemde complexiteit van de Nederlandse zorg. Die lijkt te ontstaan doordat er veel partijen bij zijn betrokken. Dat is echter niet de belangrijkste oorzaak, vinden zowel René als Ronald. René: “In de zorg zijn verouderde systemen het grootste probleem. Soms van partijen die allang failliet zijn en toch moeten ze communiceren met andere applicaties.” De vergelijking wordt wel gemaakt tussen ruimtevaart en gezondheidszorg. Is de ruimtevaart niet zeker zo complex? Daar lukt het wel om data te laten stromen. Ronald: “Ik zag eens een t-shirt-tekst – ik parafraseer: ‘Rocket Science isn’t health informatics’. De ruimtevaart is helemaal niet zo ingewikkeld. Wat de zorg zo complex maakt, zijn niet alleen de privacyaspecten. Er is nog zoveel onbekend. Volgens mij is de volgende uitspraak van Voltaire; hij zei iets als – dokters behandelen mensen met middelen waar ze weinig van weten, om ziekten te behandelen waar ze nog minder van weten bij mensen van wie ze niks weten. Dat is nog steeds actueel.”