Met een krimpende en verouderende bevolking die ook nog eens flink verspreid door de regio woont, heeft Zeeland te maken met specifieke uitdagingen op zorgvlak. De oplossing wordt gezocht in de creatie van een organisatienetwerk. Zowel in de regio als over de grens naar België. “Het is schaken op verschillende borden.”
“De gemiddelde bestuurdersinstelling is er niet om zichzelf op te heffen”, zegt Johan de Graaf, bestuurder van het ZorgSaam ziekenhuis in Terneuzen. Hij stipt ermee aan dat de overgang van losse instanties naar een netwerk van goed samenwerkende zorgverleners een kanteling van het systeem is. Voor de regio van zijn ziekenhuis is het echter een noodzaak om de kwaliteit van de zorg op peil te houden. Zeeland heeft immers te maken met veel kleinschalige instellingen – van de twee ziekenhuizen tot huisartscollectieven en allerhande thuis- en ouderenzorginstellingen – die niet alleen financiële maar ook personele uitdagingen hebben. Er is flinke schaarste op de arbeidsmarkt. Plus, er moeten in het uitgestrekte gebied flink wat afstanden worden overbrugd, wat een uitdaging is bij acute zorg.
De Graaf, die tot zo’n vier jaar terug verantwoordelijk was voor de totale gezondheidszorg van Defensie, trad vorig jaar maart aan bij ZorgSaam met de uitdaging om de zorg in Zeeland duurzaam te garanderen. De grote vier instellingen in Zeeland – te weten ziekenhuizen ZorgSaam en ADRZ, SVRZ en Emergis, samen met zorgverzekeraar CZ, hebben het voortouw genomen in het ontwikkelen en ontwerpen van de samenwerking. Dit gebeurt binnen de Zeeuwse ZorgCoalitie, waarbij veel andere partijen betrokken zijn. “Het idee is, dat als het ons als grote instanties lukt, het iedereen moet lukken.”
Om structuur te creëren zijn er vier verschillende lijnen waarlangs ontwikkelingen lopen: acute zorg, chronische zorg, arbeidsmarkt en data & technologie. Binnen die domeinen zijn er subwerkgroepen met programmaleiders die een inventarisatie van mogelijke oplossingen.
Het is een geduldige weg, erkent De Graaf. “Iedereen die betrokken is, is een professional, heeft een mening en kijkt vanuit zijn eigen domein. Het is vooral belangrijk om te proberen te abstraheren.” Dat vraagt om veel overleggen en verbinden. “De relatie is bijzonder belangrijk. Er speelt veel in de onderstroom, dus dat moet je ophalen. Anders werkt de uitwerking niet. Er is begrip nodig voor alle verschillende betrokkenen en hun belangen en verantwoordelijkheden. Daarom doen we bijvoorbeeld ook sessies met raden van toezicht.”
Elkaar vertrouwen geven is cruciaal, benadrukt de ziekenhuisbestuurder meermaals. En er wordt goed gekeken of iedereen meedoet. “Voldoende tijd geven, is belangrijk. Zaken forceren, werkt averechts”, stelt hij. Een andere valkuil blijkt de neiging om alles in een one size fits all-oplossing te willen stoppen. De verschillende eilanden hebben andere omstandigheden. De uitdagingen en belangen van huisartsgroepen zijn anders dan die van ziekenhuizen. “We verzinnen momenteel concepten om al die belangen bij elkaar te krijgen.”
De rol van de zorgverzekeraar blijkt daarbij een voorname. Zij zijn en voelen zich immers medeverantwoordelijk voor de continuïteit van de zorg in regio. “Als je de zorgverzekeraar faciliteert en meekrijgt, heb je grote stap voorwaarts gezet.”
Bijzonder is ook dat er een apart samenwerkingsverband is met het ziekenhuis in het Belgische Gent, dat als derdelijnsinstelling fungeert. “Zij zijn een level 1 traumacentrum waar onze complexe spoed naar wordt afgevoerd, zo ook ons tertiair verwijscentrum voor complexe pathologie en daarmee erg belangrijk voor ons.” Mede daarom is er gewerkt aan het mogelijk maken van het feilloos uitwisselen van medische data tussen de twee ziekenhuizen. Wat kan doordat ZorgSaam aangesloten is op het Belgische CoZo-netwerk. Iets wat nu al voordelen geeft en in de toekomst nog meer zijn nut zal bewijzen, want er vestigen zich steeds meer Vlamingen in onze regio. “Momenteel maken ze nog geen gebruik van de Nederlandse zorg, maar dat gaat zeker komen.”
De Graaf ziet het creëren van één beeld en een gedeelde ervaring als grootste uitdaging. “Als je geen urgentie creëert, krijg je geen oplossing. Dat moet je continu herhalen; ieder overleg openen met de vraag of je nog wel naar hetzelfde kijkt.” Verder inzoomend is het daarnaast belangrijk om duidelijk te maken wat je wint en wat je verliest. Zowel financieel, belangen, invloed en dergelijke. “Instellingen willen al gauw weten wat ze moeten inleveren. Als wij bijvoorbeeld voorstellen dat de huisartsenpost geïntegreerd moet worden in het ziekenhuis betekent dat, dat zij een deel van hun identiteit en zeggenschap moeten inleveren.”
Desondanks mag de nadruk niet liggen in het inleveren van zaken. “Je hoeft niet echt iets op te geven, maar het anders organiseren. Er is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om zaken voor cliënten, patiënten en bewoners op te lossen.”
En dus wordt er zoveel mogelijk vrijheid gegeven om zaken op te lossen. Zo moeten de medisch specialisten van beide ziekenhuizen zelf en met elkaar bepalen wat slimme oplossingen voor de toekomst zijn, dus ook op welke locaties ze welke behandelingen aanbieden. “Het is geen klassiek fusietraject.”
Tegelijkertijd is het een interessante uitdaging om te kijken hoe technologie dit alles kan ondersteunen en vergemakkelijken. De Graaf denkt daarbij aan een digitaal platform waar een data lake onder schuilgaat om gegevens eenvoudig te kunnen ontsluiten. “Zo hoeft een patiënt geen dubbele informatie meer te geven en moet hij bij zijn eigen data kunnen.” Terwijl die gegevens ook bijvoorbeeld in de diagnostiek gebruikt kunnen worden en door de verschillende spelers gelinkt aan het zorgdomein. Een technisch verhaal dus, dat te allen tijde in dienst moet staan van de gezondheid en welzijn van de bewoners van Zeeland en daarmee de zorg. Wat die zorg nodig heeft verschilt per regio, stelt De Graaf. “Het is een interessante menselijke opgave.”
De Graaf is een groot voorstander van inzetten op preventie en positieve gezondheid. Iets dat hij meegenomen heeft van defensie en waarbij het gaat om wat iemand nog wél kan. Wat hem zit in sociale en maatschappelijke participatie; bepalen wat je wilt en dat mogelijk maken. Zoals een actief familieleven, werken, maatschappelijk participeren en onderdeel zijn van de gemeenschap. Hiervoor is een verschuiving nodig naar bewustwording dat een individu een ander kan helpen. En ook dat als een cliënt in het systeem zit, zelf mee kan bepalen wat hij nog wil. “Dat vraagt om interventies dicht bij de cliënt en de mantelzorg daaromheen. Waarbij je kijkt naar vermogens en ondersteunende technologie.”
Als een systeem softwarematig goed is ingericht, kan er volgens De Graaf vroegtijdig worden gesignaleerd en zijn er interventies mogelijke of een vlotte doorverwijzing om elders snel in te grijpen. “We zitten nog in de sfeer dat een patiënt in ziekenhuis tweedelijns is, maar het kan ook een VVT-cliënt (van een verpleeg-, verzorgingshuis of thuiszorginstelling, red.) zijn die daar bediend wordt. We moeten af van het institutioneel denken en de focus verschuiven naar de patiënt. eHealth kan daarbij helpen.”
Behalve vertrouwen is ook domein overstijgend denken een centraal thema in de aanpak die ZorgSaam en partners hanteren. Dat draait om nadenken vanuit professionaliteit: hoe beweegt een patiënt door keten en wat moeten we daarvoor ontwikkelen?”, verklaart de Graaf. Zo zal een huisarts een andere rol krijgen en mensen meer op afstand kunnen helpen. En een specialist zal naar een ‘anderhalve lijnszorg’ toegaan, waarbij zijn kennis ten dienste komt van de huisarts.
De weg ernaartoe noemt De Graaf ‘de olifant in kleine stukjes eten’. Anders gezegd een grote ambitie hebben en die in kleine stapjes uitvoeren. “Kijk vooral wat mensen bindt. In de kern willen ze heel graag veranderen als het hen vooruit helpt. Het is schaken op verschillende borden.”