Mensgerichte zorg

Naam:

Guido van Alphen

Functie:

Partner bij Coreon

De uitdaging is de mens, niet de technologie

Interview

Zorgtechnologie is er om leefplezier te vergroten, stelt Guido van Alphen, oprichter van adviesbureau Coreon. De enorme potentie ervan benutten binnen Care kan volgens hem echter alleen door goed uit te pluizen waar de behoefte bij de cliënt én zijn verzorgende ligt. “Hulp vragen is niet altijd makkelijk.”

De uitdaging is de mens, niet de technologie

Het was na een succesvolle carrière in de telecom en het ontluikende Internet dat Van Alphen bijna bij toeval in de zorg terecht kwam. Hij had net een bedrijf naar de Britse beurs gebracht, trok weer naar Nederland om zich op zijn volgende stap te beraden en werd benaderd om over een telefooncentrale voor een zorginstelling te adviseren. “Het was een tijd waarin ik op persoonlijk vlak nogal wat meemaakte. Het eerste gesprek met die instelling raakte me sterk, ik zat er gelijk drie uur. Het greep me dat er veel ambitie voor samenwerking was, beperkte budgetten en vrijwel niets met elkaar werkte. Ieder zat in een ander ecosysteem. Precies waar ik in de telecom veel ervaring mee heb opgedaan en waar ik ervaarde dat interoperabiliteit niet zozeer een technisch probleem is, maar een menselijke en procesuitdaging.”

Kort daarna zag Coreon dan ook het levenslicht, om advies te geven over toegepaste inzet van zorgtechnologie. Gericht op de Care-kant, bij met name gehandicapten en ouderenzorg. “Zeker daar wil je technologie zo dicht mogelijk bij de cliënt brengen, want dat kan echt het verschil maken in kwaliteit van leven.” Van Alphen spreekt onder andere over de toepassing van sensors en andere onderdelen van zorgdomotica, maar voegt er vlot aan toe dat we ons niet blind moeten staren op technische hoogstandjes; organisatie- en veranderkunde zijn evenzo belangrijk. Want je kunt wel allerhande oplossingen hebben, het gaat erom dat mensen ze ook gebruiken. Anders wordt er nog geen verschil gemaakt.

Die focus op verschil maken, gaat verder dan de werkvloer alleen, zo blijkt. Van Alphen is ook ambassadeur van Leefplezier, een stichting die zich bezighoudt met wat er gebeurt als je niet meer voor je leefplezier kunt zorgen. Dat je lichamelijk of cognitief niet meer mee kunt komen en anderen om hulp moet vragen. “Dat is niet altijd makkelijk. En voor de helper is ook niet evident wat de behoefte is. Daarom is het belangrijk om een beeld te geven van mogelijkheden hoe mensen zorg kunnen integreren in hun werk en leven.” Bestuurlijk is daar gelukkig steeds meer aandacht voor, merkt hij. Hoewel het financiële model van de zorg verandering nog in de weg staat. “We moeten ons meer richten op preventie.”

Gevraagd naar de grootste uitdagingen voor de komende jaren, wijst Van Alphen op ondermaatse infrastructuur binnen veel organisaties. “Ze willen wel zorginnovatie doen met robots en sensors, maar hebben de basis nog niet op orde. Wat inclusie in de weg staat. Veel ouderen zijn bijvoorbeeld gewend om ’s avonds even beeldcontact te hebben met een familielid voor het slapengaan. Dat wil je dan ook als ze een zorginstelling ingaan. Maar dat kan vaak niet in de eigen infrastructuur, omdat het bijvoorbeeld niet veilig geacht wordt.”
De oplossing ligt deels in betere samenwerkingsverbanden, bepleit Van Alphen. “Data zit vrijwel altijd achter slotjes. Dat is soms nodig, maar voor inclusie zijn manieren nodig om deze te delen. De omslag naar de cloud helpt daarbij.”

Dat neemt echter niet weg dat de urgentie met de dag toeneemt. Systemen die er nu zijn ondersteunen een vlotte transitie te weinig. “In de zorgsector zelf leeft nogal eens het idee dat ze vooruitlopen, maar het belang van de onderlaag en interoperabiliteit wordt onderschat.” Wat het makkelijker zou maken om vooruit te komen? Een eenduidige strategie voor interoperabiliteit binnen Care. “Een strategie die gedragen wordt door gebruikers, doordat hij met het veld zelf wordt ontwikkeld. Standaardiseren moet je samen doen.”

Een blik werpend op de toekomst, ziet Van Alphen dat back offices zo ingericht worden dat ze het primaire proces faciliteren en niet meer dan dat. “Momenteel is het veelal te veel ‘systeemwereld’ waardoor de eigen regie in de zorg in de knel komt; de professionaliteit van de zorgmedewerkers.. Managers in de zorg zouden iedere dag wakker moeten kunnen worden met de gedachte hoe ze hun zorgcollega’s kunnen faciliteren.”
Een goede toekomst voor de zorg vraagt daarnaast om de ontwikkeling naar inclusieve netwerken: zero trust, Internet only. “We moeten de toegang tot de digitale snelweg en informatie ook voor externe betrokkenen mogelijk maken.” Een bottleneck daarbij is volgens Van Alphen dat er momenteel te veel businessmodellen op deeloplossingen gebaseerd zijn, waarbij de apps van verschillende ontwikkelaars niet altijd goed met elkaar samenwerken. “Volwassen API’s ontbreken veelal, soms zelfs als bewuste keuze, met de gedachte zo uniek en relevant te blijven. Dat werkt averechts en steeds meer zorgorganisaties krijgen daar nu oog voor.” Hij ziet heil in samenwerken in één gebruikersplatform. “Gericht op met wié ik wat wil doen en niet op wát ik wil doen. Momenteel moet een zorgmedewerker in te veel systemen kijken.”

Een belangrijke vraag blijft volgens de Coreon-oprichter hoe zorginstellingen beter kunnen verwoorden wat ze nodig hebben. Zodat er doelen gesteld kunnen worden en hoe deze te bereiken. Iets dat in de telecom bijzonder gebruikelijk is en ook de zorg vooruit kan helpen. “Men is nog te veel bezig met wat urgent is en minder met wat belangrijk is.”

Andere interviews

Actueel

Gebruik testen ook als inspiratiemoment

Ageeth Wahle

Project- en interimmanager bij Negen

Ronde tafel

Soms moet je dingen gewoon gaan doen

Marjolijn Elsinga, Roanda Fokkens

Manager Zorgtechnologie Prinses Máxima Centrum, Programmamanager Zorginnovatie bij zorgverzekeraar CZ

Ronde tafel

Interoperabiliteit is een veranderproces

Ronald Cornet en René de Vries

klinisch informaticus bij Amsterdam UMC / Enterprise architect bij CGI