Op 6 november organiseren IHE en HL7 Nederland voor het eerst gezamenlijk hun jaarcongres. De beide organisaties benadrukken daarmee de kracht van de IHE-profielen die gebruikmaken van de HL7 FHIR-standaard. Dit is hoe dat werkt.
IHE-profielen zijn internationale afspraken hoe informatie tussen zorgapplicaties en -systemen wordt uitgewisseld. Het zijn brede beschrijvingen die ingaan op alle vijf de lagen van het Nictiz interoperabiliteitsmodel; van hoe het organisatiebeleid en de zorgprocessen op elkaar moeten worden afgestemd tot en met wat er nodig is als het gaat om de onderliggende IT-infrastructuur.
Wat is een API?
Eén van de lagen in het Nictiz-model is de datalaag, die beschrijft welke data precies wordt uitgewisseld. Om een uitwisseling tot stand te brengen, moest je in het verleden precies weten welke twee applicaties die data uitwisselden. Er werd dan een maatwerkinterface gebouwd om die data-uitwisseling te faciliteren.
Nieuwe webtechnologieën zoals REST, XML en JSON hebben het mogelijk gemaakt om API’s (Application Programming Interfaces) te ontwikkelen: sets aan regels en specificaties die applicaties in staat stellen om gegevens uit te wisselen, zonder dat ze elkaars interne werking hoeven te kennen. Vergelijk het met een stekker en stopcontact: in welk stopcontact je een stekker ook steekt, je krijgt altijd stroom. Het stopcontact hoeft daarvoor niet te weten om wat voor apparaat het gaat. Andersom hoeft het apparaat niet te weten in welk stopcontact zijn stekker wordt gestoken. Er zijn weliswaar verschillende standaarden voor stopcontacten, waardoor een Nederlandse stekker niet in een Amerikaans stopcontact past. Maar als beide kanten gebruikmaken van dezelfde standaard, dan kan er altijd stroom worden uitgewisseld.
Daarmee onderscheiden API’s zich van maatwerkinterfaces die worden gebouwd om gegevens tussen twee specifieke applicaties uit te wisselen. Waar API’s zich dus specifiek richten op de datalaag, nemen maatwerkinterfaces ook de applicatielaag mee. Dat maakt ze minder flexibel. Je kunt een interface die is ontworpen om gegevens uit te wisselen tussen applicatie A en B niet gebruiken om precies dezelfde informatie uit te wisselen tussen applicatie C en D. Terwijl dat met een API wel kan.
HL7 FHIR in een IHE-profiel
HL7 is een standaard die wordt gebruikt voor het uitwisselen van patiëntgegevens. HL7 FHIR maakt in tegenstelling tot zijn voorganger CDA gebruik van API’s. Alle IHE-profielen die zich richten op het uitwisselen van alfanumerieke patiëntgegevens (alle informatie die met een toetsenbord is ingegeven) maken in de datalaag gebruik van HL7 CDA of FHIR, net zoals IHE-profielen die zich richten op beelduitwisseling gebruikmaken van de DICOM-standaard.
Impact EHDS
IHE en HL7 hadden dus al veel met elkaar te maken en werkten daarom al intensief samen. Maar is met de komst van de EHDS alleen maar meer geworden. Deze Europese verordening verplicht zorgorganisaties om bepaalde patiëntgegevens digitaal met elkaar uit te wisselen. De uitwisseling vindt plaats op basis van de European EHR exchange format (EEHRxF). Dit formaat is deels nog in ontwikkeling en maakt gebruik van de HL7 FHIR-standaard, evenals van SNOMED en LOINC (gestandaardiseerde coderingen en terminologieën zodat eenheid van taal wordt gewaarborgd en patiëntinformatie ook internationaal kan worden uitgewisseld).
De EHDS gaat ook het gebruik van IHE-profielen verplicht stellen. Welke profielen dat precies worden is nu nog niet bekend, maar wel bekend is dat de Europese Commissie ook voordat de EHDS in werking trad al 27 profielen aanbeval.
Hoe dan ook zullen zorgorganisaties met de komst van de EHDS bij hun informatieuitwisselingen dus nog meer dan in het verleden te maken krijgen met IHE-profielen en HL7-standaarden.
Belang van testen
Beide organisaties beschikken ook over een gestandaardiseerde testomgeving. De testomgeving van HL7 richt zich op het testen van sec de datauitwisseling. Hierbij wordt gekeken of de data goed van het ene veld in applicatie A in het andere veld in applicatie B terecht komt. Maar daarmee is nog niet aangetoond dat het volledige ecosysteem van met elkaar samenwerkende zorgorganisaties ook goed werkt. Dat is waar de IHE-testmethode zich op richt, met onder meer jaarlijkse connectathons waar leveranciers kunnen testen of hun applicaties data kunnen uitwisselen met een keur aan andere applicaties.
Conclusie
De komst van de EHDS zorgt er dus voor dat IHE-profielen, die onder meer gebruikmaken van de HL7 FHIR-standaard, nog meer gebruikt zullen gaan worden. IHE en HL7 zullen daarom nog nauwer gaan samenwerken om deze IHE-profielen te realiseren en testen. Het gezamenlijke congres van de Nederlandse afdelingen van IHE en HL7 onderstreept dit.