Houd jij je bezig met gegevensuitwisseling in de zorg? Sluit je dan aan bij ons aan.
Kom je er niet helemaal uit en heb je nog vragen? Neem gerust contact met ons op. Onze medewerkers staan graag voor je klaar.
Om zichtbaarheid en impact te vergroten interviewt IHE Nederland eigen deelnemers in de rubriek ‘Even voorstellen aan…’. Met als doel inzicht krijgen in persoonlijke passie en visie op interoperabiliteit en databeschikbaarheid en wat dat voor organisaties betekent, stellen we vijf vragen aan mensen die te maken hebben met gegevensuitwisseling in de gezondheidszorg.
Even voorstellen aan: Martin van Middelkoop, teamlead van de EMEA/LATAM projectmanagers bij Roche Diagnostics
Wat houdt je functie precies in?
“Ik werk bij Roche Diagnostics, de diagnostiek-tak van ons bedrijf. We ontwikkelen producten en diensten op het gebied van preventie, screening en diagnose van ziekten. Ik stuur een team aan van projectmanagers die nieuwe software implementeren bij klanten in Europa, het Midden-Oosten en Latijns Amerika. Dat is heel breed, van dashboards over het functioneren van het laboratorium tot digitale biomarkers en algoritmes die voorspellen of iemand een aandoening zoals kanker of dementie ontwikkelt. En van workflow-software op het gebied van kankerscreening tot het gecodeerd beschikbaar maken van wetenschappelijke datasets op het gebied van oncologie, neurologie en cardiologie en het beschikbaar stellen van informatie over trials, zodat dokters een betere diagnose kunnen stellen en betere behandeling kunnen selecteren.
Bij veel van de oplossingen gaat het om het combineren van wetenschappelijke data met data uit het EPD en het lab-systeem, zodat we een gerichtere behandeling kunnen voorstellen. Het is dus echt precision medicine. In mijn ogen is dit dé manier om zorgkosten te verlagen en tegelijkertijd betere zorg te leveren aan patiënten. Mijn werk sluit helemaal aan bij mijn persoonlijke ambitie. Ik doe mijn werk echt vanuit dat doel.”
Welk cijfer geef jij Roche voor gegevensuitwisseling in de zorg en waarom geef je dat cijfer? Wat doen jullie al goed en wat kan beter?
“Voor uitwisseling met labsystemen geef ik ons een 9. Dit doen we al lang en op uitgebreide schaal, dus we hebben het inmiddels goed onder de knie. Voor uitwisseling met systemen buiten het lab, zoals EPD’s, scoren we net wat lager, een 7 of 8. In die wereld is Roche wat later begonnen. Met grote, wereldwijd opererende leveranciers als EPIC en Cerner hebben we hele diepe integraties, maar als wereldwijde speler zijn we met lokale spelers zoals ChipSoft vaak nog niet zo ver. Wij gebruiken alle mogelijke standaarden: FHIR, HL7, XDS, en terminologiën zoals SNOMED, LOINC en OMOP. Partijen moeten wel dezelfde taal spreken, anders kun je niet uitwisselen. We zien bijvoorbeeld dat artsen informatie nog lang niet altijd gecodeerd vastleggen. Dat maakt data-uitwisseling lastig. Ook zien we dat er technisch al veel kan, denk bijvoorbeeld aan een FHIR API, maar dat het probleem zit in het maken van afspraken met elkaar over data-uitwisseling. We leveren niet voor niets een actieve bijdrage aan IHE Nederland.”
Waar (en bij wie) ligt (liggen) in jouw ogen de grote uitdaging(en) op het vlak van gegevensuitwisseling en databeschikbaarheid?
“Ik noemde net al een uitdaging: het zoveel mogelijk gecodeerd vastleggen van informatie. Je kunt wel roepen: we gebruiken SNOMED. Maar hoe kan je het gemakkelijk maken voor artsen om dat daadwerkelijk te doen op een efficiënte manier? Gelukkig zie ik dat technologie nu op het punt komt dat die daar echt bij kan gaan helpen. Zo zag ik laatst een demo van het AI-systeem tiro.health dat aan artsen suggesties doet terwijl ze typen: bedoel je deze SNOMED-term? Ook komt er steeds meer software voor radiologen en pathologen met functionaliteit op het gebied van structured reporting.
Een andere uitdaging is dat systemen data lang niet altijd gestructureerd uitsturen, maar in de vorm van een PDF. En als het wel gestructureerd wordt uitgestuurd, is de ontvangende kant lang niet altijd in staat om het in die vorm te ontvangen. Er zijn dus nog wel wat technische hobbels die genomen moeten worden. In de recente marktconsultatie van Onconext zie je dat nu steeds gegevens overgetypt moeten worden - dat moeten we willen oplossen!
Het nemen van de genoemde hobbels lukt niet altijd omdat de partij of persoon die de lasten ervaart vaak niet dezelfde is als de partij of persoon die de baten ontvangt. Hier ligt dus nog wel wat werk op het gebied van change management.
Tot slot helpt het versnipperde zorglandschap niet bepaald mee. Iedere partij heeft zijn eigen belangen. Hoe krijg je het voor elkaar dat in de hele keten het patiëntbelang voorop staat? Ik vind marktwerking een mooi uitgangspunt, maar op dit terrein mag de overheid soms wel wat meer sturend optreden en zeggen: dit gaan we gewoon zo doen, of je het nu leuk vindt of niet. Nu hebben zowel de overheid als de leveranciers soms de neiging om te streven naar perfect, maar perfect is de vijand van goed. Soms moet je gewoon knopen doorhakken, anders wordt het een Poolse landdag. De manier van werken van IHE is uitgaan van wat er is: praktisch beginnen en naar bevinden de standaard nader specificeren en uitwerken. Daar kan ik me goed in vinden.”
Hoe kun je met Roche bijdragen aan betere databeschikbaarheid?
“Door waar mogelijk altijd bestaande standaarden en uitwisselingsprofielen te gebruiken en zelf ook actief een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van standaarden en profielen. Die hebben als doel om in alle situaties toepasbaar te zijn, dus die dekken nooit helemaal 100 procent jouw data-uitwisselingsbehoefte af. Het alternatief is om een eigen standaard of eigen uitwisselingsprofiel te maken, maar daarvan weten we inmiddels: dat gaat niet werken. Als iedereen een andere taal spreekt, kun je niet met elkaar communiceren. Zelfs een ander dialect van dezelfde taal werpt problemen op. Je moet gewoon de standaarden en profielen toepassen zoals ze zijn. En als je vindt dat het beter kan, dan moet je zelf een rol gaan spelen in het verder doorontwikkelen van standaarden, profielen en coderingsstelsels. Om die reden zijn wij deelnemer van onder meer IHE. We willen standaarden en het goede gebruik ervan graag verder brengen. We zijn ook een warm voorstander van de EHDS en zijn al in een vroeg stadium aangehaakt.
Iedere speler in het zorg-ecosysteem moet zich realiseren dat ze slechts een schakel zijn in het laten vloeien van informatie. Patiënten hebben nooit te maken met één systeem, één leverancier of één zorgverlener. Als je zegt dat de patiënt centraal staat, dan moet je dat ook waarmaken. Dat betekent dat jouw systeem soepel informatie moet kunnen uitwisselen met andere systemen. Dat zou voor iedereen prioriteit moeten zijn. De realiteit is dat veel partijen alleen uitwisselingen willen realiseren als er voor hen een winstgevende businesscase aan ten grondslag ligt. Daarom zijn wij ook zo blij met de EHDS, want die gaat het gewoon afdwingen.”
Als jij minister van VWS zou zijn, wat zou je dan veranderen?
“Ik zou niet alles meer overlaten aan de markt. Ik zeg niet dat marktwerking slecht is. Zeker niet zelfs, die moet behouden blijven. Maar je kunt als overheid wel meer sturing geven op waar softwareleveranciers aan moeten voldoen als ze applicaties opleveren. Leveranciers kunnen prima concurreren op functionaliteit van hun applicaties, zo lang ze bij iedere functionaliteit maar in staat zijn om data op een gestructureerde en gecodeerde manier uit te wisselen met andere applicaties, zowel inkomend als uitgaand. Dat maakt het daadwerkelijk hergebruik en steeds verder opbouwen van de medische informatie rond een patiënt mogelijk.
Ik heb veel in Zweden gewerkt. Daar heb je regio’s die iedere tien jaar een grote tender doen voor nieuwe ziekenhuissystemen. Dat is een combi van EPD, PACS en nog een paar andere kernapplicaties. Zweden heeft ook openEHR omarmd. Daarnaast definieert de overheid veel strenger welke informatie zorgorganisaties minimaal op een gestandaardiseerde wijze moeten kunnen uitwisselen. Daarbij gaan ze uit van een veel grotere gegevensset dan onze BgZ. Zeker in de vakgebieden waarin ik nu werk – oncologie, neurologie – is dat belangrijk, want daar kun je met sec de BgZ niet zoveel. Kortom, ik zie voor Fleur Agema nog wel wat kansen om een positieve indruk achter te laten.”
Blijf op de hoogte! Meld je aan voor de IHE nieuwsbrief.
Meld u hier aan voor de IHE PaLM/ lab nieuwsbrief