Houd jij je bezig met gegevensuitwisseling in de zorg? Sluit je dan aan bij ons aan.
Kom je er niet helemaal uit en heb je nog vragen? Neem gerust contact met ons op. Onze medewerkers staan graag voor je klaar.
Om zichtbaarheid en impact te vergroten interviewt IHE Nederland eigen deelnemers in de rubriek ‘Even voorstellen aan…’. Met als doel inzicht krijgen in persoonlijke passie en visie op interoperabiliteit en databeschikbaarheid en wat dat voor organisaties betekent, stellen we vijf vragen aan mensen die te maken hebben met gegevensuitwisseling in de gezondheidszorg. Deze keer Ageeth Wahle, project- en programmamanager voor partijen in de zorg op dit vlak.
Wat doe je zoal en voor welke organisaties?
“Ik ben nu een jaar of vijf zelfstandige op het vlak van gegevensuitwisseling tussen zorgorganisaties en ben momenteel werkzaam voor het VIPP-5-programma. Een van de modules van VIPP 5, module 3, moet de informatie-uitwisseling bij de medisch-specialistische zorg doen versnellen. Alle drie medisch-specialistische koepelverenigingen zijn erbij betrokken. Ik blijf hier tot eind 2023, de deadline voor module 3. Mijn focus ligt op de uitwisseling tussen zorgorganisaties, alle vraagstukken waar de deelnemers en hun leveranciers tegenaan lopen, pak ik binnen de scope van VIPP 5 op. Zo is er een aantal pilots gestart met als doel erachter komen wat er speelt en wat we hiervan leren.”
Wat gaat goed en wat kan beter?
“Een van de pilots draaide om uitwisseling conform het Twiin-afsprakenstelsel. De resultaten hebben leveranciers aanleiding gegeven om met elkaar een technical agreement (TA) voor het uitwisselconcept notified pull op te stellen. Momenteel zitten we in een fase waarin we met leveranciers praten over hoe je die TA technisch kunt beproeven, de eerste stappen zijn inmiddels een feit. Dat leveranciers bij elkaar kruipen, bijvoorbeeld bij een connectathon, is natuurlijk heel positief. Daar zit nu enorm veel dynamiek.
“Voor de realisatie van module 3 van VIPP 5 zijn leveranciers aan de slag gegaan zonder een concrete (technische) richting voor uitwisseling, bijvoorbeeld omdat die richtlijnen er op dat moment nog niet waren. Wat je in de zorg ziet, is dat beschikbare capaciteit en kennis bij leveranciers verschillend is verdeeld, in zowel langdurige zorg als ziekenhuiszorg. Dat betekent dat je koplopers en volgers gaat hebben, waarbij koplopers de richting bepalen en je zonder nauwe samenwerking leverancierspecifieke oplossingen krijgt. Tel je dat bij elkaar op: ontbrekende richtlijnen en leverancierspecifieke oplossingen en je weet: als zorgaanbieder ben je onvoldoende in staat om de meest optimale keuze te maken en een duurzame investering te doen. Maar het moet gezegd: de markt is in beweging en zoekt elkaar op. De overheid is gestart met de regie nemen. Achteraf is altijd makkelijk praten wat eerder had moeten gebeuren.”
Welk cijfer geef jij de medisch-specialistische zorgaanbieders die betrokken zijn bij VIPP-5?
“Een zuinige 6. Ik licht het toe. De helft van de deelnemers kan aan het einde van dit jaar data uitwisselen. Dat is dus nog niet genoeg, maar we realiseren een heleboel waar we nu vooral veel van leren. Dus toch een voldoende, we zijn wél goed op weg.
“We komen van ver. Iedere organisatie moet de lagen van het 5-lagenmodel hebben ingevuld, wil de data gaan stromen binnen het ecosysteem. Met behulp van de leveranciers hebben zorgaanbieders de onderste twee gedefinieerd en vaak ook ingevuld. Voor de bovenste lagen moeten we nog veel ervaring opdoen. De techniek moet onderling met elkaar praten, anders kan van uitwisseling geen sprake zijn. Aan het einde van dit jaar hebben de ziekenhuizen met een EPD van Chipsoft en een aantal met een EPD van Epic dat voor elkaar. Althans, de ziekenhuizen die ook een licentie Zorgplatform van Chipsoft hebben aangeschaft. Maar zorgorganisaties die dat niet hebben, moeten niet daartoe gedwongen worden. Zorgorganisaties moeten juist onafhankelijk zijn van de leveranciers in de zin van dat ze de vrije keuze moeten hebben om een technische oplossing te kiezen.”
Waar liggen de uitdagingen?
“Er moet een gezonde marktdynamiek komen en ik verwacht dat de keuze voor FHIR en migratie daarheen gaat helpen. De rol die ziekenhuizen in deze dynamiek moeten innemen? Balans zoeken tussen je onafhankelijk opstellen richting de leverancier, je niet blindelings laten leiden, maar ook weer niet zo eigenwijs zijn dat je als ziekenhuis denkt dat je de enige bent die weet hoe het allemaal moet. Ik geloof sterk in met elkaar praten, er samen willen uitkomen. Overigens zonder er een Poolse landdag van te maken; er moeten wel keuzes worden gemaakt!”
“Naast de academische en algemene ziekenhuizen moeten ook de categorale organisaties als ZBC’s en revalidatieklinieken de omslag nog maken. Daar liggen de nodige uitdagingen, ook omdat daar een aantal kleinere leveranciers actief is. ‘Samenwerking’ is hierin zowel oplossing als uitdaging. Door het Integraal Zorgakkoord moeten organisaties elkaar opzoeken en samen bepalen wat er moet gebeuren. Kennis bundelen, ervaringen delen op het vlak van informatie-uitwisseling en dan gezamenlijk optrekken richting EPD-leveranciers. De toekomst is FHIR, daar kan niemand meer omheen, maar we hebben te maken met veel legacy. We hebben koplopers, een peloton en een achterhoede. We moeten ervoor gaan zorgen dat iedereen de transitie kan maken.”
Welke rol kan IHE Nederland hierin spelen?
“IHE kan helpen in het samenbrengen van betrokken partijen in de afstemming van IHE-profielen, óók op het gebied van FHIR-profielen. Samen met de proceskennis die bij de IHE deelnemers aanwezig is, kan de brug worden geslagen over alle lagen van het vijflagenmodel.”
“Ik ken IHE al een tijdje doordat ze zorgaanbieders en leveranciers met elkaar aan tafel zetten. De profielen die ze in internationaal verband ontwerpen, het ondersteunen van tests, ze zijn een schakel van Nederland naar de rest van Europa en de wereld. Omdat Frans van Tilburg met pensioen gaat en afscheid heeft genomen als voorzitter van de werkgroep zorgprocessen van IHE, heb ik aangeboden zijn rol over te nemen.”
Wat kenmerkt jou?
“Wat IHE in het groot doet: verbinden van zorg en IT, doe ik in het klein. Ik ben een verbinder. Ik wil kennis en expertise bij elkaar brengen en het ecosysteem daarvan laten profiteren. Ook: behoeftes in de markt zien, de dynamiek ‘lezen’, processen versnellen door complexe vraagstukken in stukjes te hakken maar wel met het einddoel voor ogen.
“We hebben het over een veranderproces op alle lagen, dus ook de bovenste. Nodig is dat partijen met elkaar praten en afspraken maken. Daar zit mijn rol. Net als bij het zoeken naar het gezamenlijke belang, telkens weer. Als partijen het gemeenschappelijke zien, gaat het stromen. Alleen mag je sneller gaan, samen bereik je meer. Ook hier.”
Blijf op de hoogte! Meld je aan voor de IHE nieuwsbrief.
Meld u hier aan voor de IHE PaLM/ lab nieuwsbrief