LabPON

LabPON

Categorie:

User

Plaats:

Hengelo

"Noodzaak tot standaardiseren"

Interview

Alexi Baidoshvili

Baidoshvili is net terug uit Georgië, zijn geboorteland. Hoewel hij al 25 jaar in Nederland woont en werkt, werkt hij ook in zijn vaderland aan de verdere ontwikkeling van de pathologie. Hij geeft les aan de TS Medische Universiteit van Tbilisi en is hoofd van het grootste laboratorium in Georgië. Ongeveer vijf keer per jaar gaat Baidoshvili voor enkele weken naar Georgië, voor het overige werkt hij voor LabPON in Twente.

Al in 1953 werd de voorloper van het huidige LabPON opgericht. Vele jaren aan ontwikkelingen gingen voorbij voordat in 2009 het plan werd opgevat om het diagnostische gedeelte van de pathologie te digitaliseren als ook de gegevensuitwisseling met zorgaanbieders in de regio. Tegelijkertijd was er een ander project: de verhuizing van het laboratorium naar een volledig nieuw gebouw. Het zouden twee omvangrijke projecten worden, die samen opgingen en werden afgerond in 2015. Nog steeds dankt LabPON er het imago aan van een innovatief en digitaal werkend laboratorium, de eerste met een digitale workflow.

Baidoshvili had de leiding over het digitaliseren van de diagnostiek. Dat is niet voor niks. Hij is in Nederland als eerste gepromoveerd in de digitale pathologie. Naar Nederland kwam hij 25 jaar geleden omdat de pathologie in Georgië nog niet zo ver ontwikkeld was. Hij heeft toen in Nederland bij VUmc opnieuw geneeskunde en pathologie gestudeerd.

Terug naar LabPON. Werken met glazen slides is bij LabPON nog steeds mogelijk, vertelt hij. “De gehele workflow is digitaal, maar iedere patholoog heeft eigen voorkeuren en ideeën en heeft de keuze wat hij of zij digitaal wil doen en wat niet.” Mede daarom is de digitale adoptie onder zijn collega-pathologen minder groot dan beoogt. 

Geen verschil in foutmarge

Er is in pathologenland ook wel discussie of de kwaliteit van digitale slides dezelfde is als glazen slides. Of, met andere woorden, geen diagnose gemist wordt door digitaal te werken. “Met beenmergbiopten bijvoorbeeld”, zegt Baidoshvili, “leeft er wel eens het idee dat een glazen slide een lagere foutmarge heeft. Maar er zijn inmiddels verschillende onderzoeken die uitwijzen dat er geen verschil is.” 

Baidoshvili adviseert ook andere laboratoria die digitaal willen gaan werken. “Ik zeg dan altijd: ga zo snel mogelijk alleen nog maar digitaal werken. Als je met glazen slides een workaround biedt, gaat niet iedereen in innovaties mee.” Een andere les is ook dat je het digitale werken niet te ingewikkeld moet maken. Als het extra tijd kost om iets aan te leren, blijkt dat een groot obstakel. 

Wat meespeelt bij LabPON is wellicht de wet van de remmende voorsprong. Alles moesten ze uitvinden in de jaren nadat in 2009 was besloten volledig digitaal te gaan. Er waren immers nog geen digitaal werkende laboratoria. Er waren in het begin ook wel problemen met de digitale opslag van de beelden en ze bleken bovendien voor een soft- en hardwarepakket te hebben gekozen met de nodige beperkingen voor het uitwisselen van informatie. Het leverde frustraties op bij de pathologen en analisten; niet alles wat voorheen kon, kon digitaal nog steeds. Dat is niet helpend bij een verandertraject als dit. 

Noodzaak tot standaardiseren

Baidoshvili praat graag over dit soort processen, ook bij IHE Nederland. Hij wordt regelmatig uitgenodigd om te spreken op bijeenkomsten. Je kunt er niet omheen dat digitaal werken consequenties heeft voor je manier van werken, benadrukt hij, bijvoorbeeld de noodzaak tot standaardiseren. Ook voor pathologen. Innovaties betekenen dan ook vaak complexe verandertrajecten, waarin je moet investeren. Niet ieder ziekenhuis is daar in dezelfde mate mee bezig of klaar voor. Net als laboratoria. In die zin was LabPON een pionier. 

De geschiedenis heeft tot op heden gevolgen voor besluitvormende trajecten, vertelt Baidoshvili. “We gaan werken met een open in plaats van een gesloten systeem, vanwege die eerdere ervaringen. Dat is positief maar het betekent ook dat we de keuze hebben uit veel meer scanners en A.I.-software. We worden geconfronteerd met een lang en uitvoerig besluitvormingstraject. We hebben veel demo’s gezien, veel getest, veel met elkaar en met leveranciers gesproken. Uiteindelijk zijn we in de laatste fase beland: de opties en leveranciers zijn duidelijk. Nu zal de directie op basis van de bevindingen van pathologen en analisten een besluit nemen.” 

Baidoshvili benoemt ook de positieve kanten van een traag traject als dit: “Het is natuurlijk heel zorgvuldig om het zo te doen en er is een hoge mate van consensus bereikt. Dat hebben we wel geleerd uit eerdere ervaringen.”

Baidoshvili heeft al die ervaringen ook weer mee naar Georgië genomen. Voor Megalab, het grootste lab aldaar, heeft hij alles begeleid, van de architectuur tot de aanschaf van machines. Digitaal waar het kan. Dat helpt de Georgische pathologen om ook op afstand van elkaar te leren en met elkaar te kunnen meekijken. De Georgiërs kunnen zo ook steun van Nederlandse collega’s ontvangen, bijvoorbeeld van UMC Utrecht. 

Kennis van zeldzame aandoeningen

Juist een wetenschappelijk instituut heeft kennis van de zeldzamere aandoeningen, die in Georgië vanwege de bevolkingsomvang nog zeldzamer zijn dan hier. Minder dan 4 miljoen inwoners telt het land. Megalab is nog niet zo geoutilleerd als Nederlandse laboratoria. Wanneer een patholoog er in Georgië niet uitkomt, staan naast Baidoshvili onder meer Paul van Diest van het UMC Utrecht hen bij. Dat gegevens dan ook digitaal uitgewisseld kunnen worden, is een groot voordeel. 

Er is overigens één gebied waar de Georgiërs de Nederlanders de loef afsteken: er wordt al meer onderzoek gedaan naar A.I.-toepassingen in de pathologie. Bijvoorbeeld met onderzoek naar software voor diagnostiek waarvoor veel annotaties en ander werk in Georgië wordt gedaan. 

A.I. biedt meerdere voordelen, legt Baidoshvili uit. “Hogere diagnostische kwaliteit, hogere efficiëntie. Op beide vlakken hebben we in Nederland ook al onderzoek gedaan. En hoewel we beide positieve effecten met cijfers hebben onderbouwd, betreft het onderzoeken van geringe omvang. We staan nu op het punt om een groter onderzoek te starten.” 

Het doel daarvan moet zijn om een business case te bouwen, waaruit de kwaliteitseffecten en de efficiëntievoordelen moeten blijken en samen moeten leiden tot financiële voordelen. Dat financiële argument is belangrijk, weet hij. “Naar mijn puur persoonlijke mening zijn er onnodige barrières opgeworpen voor het werken met A.I.. Als we echter op alle vlakken de meerwaarde kunnen aantonen, kan niemand meer tegen zijn.”

 Als diagnostiek je core business is, moet je je onderscheiden van concurrenten, zegt hij tenslotte. “Daarom is innovatie ook zo belangrijk. Je moet je altijd afvragen wat je extra kunt bieden ten opzichte van anderen.”

Andere deelnemers

AB ProRec Med vzw

Categorie:

User

Locatie:

B101 Dilbeek B-1700

Antonius Ziekenhuis

Categorie:

User

Locatie:

Nieuwegein

Agfa Healthcare

Categorie:

Leverancier

Locatie:

Rijswijk