Europese artsen pleiten om invloed op ontwikkeling EPD’s

Eisen aan EPD’s in aanloop naar EHDS

De EHDS, die op het punt staat aangenomen te worden, gaat veel invloed hebben op EPD’s. Uiteindelijk staan immers de EPD’s in het hart van alle informatievoorziening rond patiënten. Het Standing Committee of European Doctors (CPME) komt met een 9 punten tellend statement over EPD’s. Ook in Nederland hebben verschillende organisaties de koppen bij elkaar gestoken om samen te bepalen aan welke eisen EPD’s, maar ook alle processen rondom de selectie, implementatie en het beheer van EPD’s, in de toekomst moeten voldoen. Carla Meeuwis, radioloog in Rijnstate, is verbonden aan zowel IHE Nederland, als aan de Digital Health-werkgroep van CPME en het Nationaal Borstkanker Overleg Nederland (NABON). Zij stelt dat de volgende punten van belang zijn:

  1. Databeschikbaarheid: Het is cruciaal dat informatie digitaal op de juiste manier wordt vastgelegd voor herhaald, meervoudig gebruik. Dit houdt in dat patiëntinformatie direct aan de bron (bij voorkeur gestructureerd) moet worden vastgelegd en kan worden aangevuld door verschillende zorgverleners. Het handmatig overnemen van bestaande digitale informatie (zoals opnieuw typen) moet tot het verleden behoren. Alle zorginformatiesystemen (zoals EPD’s en andere zorginformatiesystemen die patiëntinformatie opslaan) moeten verplicht gegevens met elkaar kunnen uitwisselen zonder tussenkomst van de zorgverlener. 

  2. Gebruiksvriendelijke gestructureerde gegevensverzameling: Bij de ontwikkeling van de “eenheid van taal”, de informatiestandaard, moet worden vastgesteld welke items verplicht gestructureerd moeten worden vastgelegd en welke gegevens moeten worden uitgewisseld tussen verschillende zorginformatiesystemen. Dit moet afgestemd worden op de internationale richtlijnen. Niet alle informatie hoeft gestructureerd te worden vastgelegd; vrije tekstvelden zijn belangrijk voor zorgverleners om nuances toe te voegen. In de oncologie zijn bepaalde aspecten, zoals tumorlocatie, -grootte en -type, TNM-classificatie, verplicht gestructureerd vast te leggen. Leveranciers moeten verplicht worden dit correct en gebruiksvriendelijk in te richten en uit te wisselen. Een EPD moet uniform worden ingericht.

  3. Regie op de inhoud van een zorginformatiesysteem/EPD: Certificering (zelfcertificering volgens de European Health Data Space (EHDS)) kan pas worden verleend nadat de eindgebruiker, de zorgverlener het zorginformatiesysteem heeft goedgekeurd. Er moet een beheerscyclus zijn (feedback-testlus, PDCA-cyclus), zodat nieuwe richtlijnen of inzichten door de eindgebruiker kunnen worden aangegeven en het systeem binnen redelijke tijd wordt bijgewerkt. Zelfcertificering of CE-markering kan worden ingetrokken als het systeem niet voldoet aan afspraken over de configuratie en doorgevoerde wijzigingen.

  4. Hergebruik gegevens: Tevens moeten secundaire gegevens (voor bijvoorbeeld kwaliteits- en wetenschappelijke doeleinden) automatisch worden gegenereerd uit primaire gegevens (ingevoerd door de zorgverlener voor het primaire zorgproces), ongeacht welk zorginformatiesysteem wordt gebruikt. Als een systeem hier niet aan voldoet, moet de zelfcertificering (gebaseerd op een Europees conformiteitstestingssysteem volgens de EHDS) worden ingetrokken. Ook moeten dashboards, beslissingsondersteuningssystemen en AI-systemen automatisch worden gevuld met primaire (geanonimiseerde) patiëntdata.

  5. Eindgebruikersbeoordeling: Of een EPD-systeem en andere zorginformatiesystemen geschikt zijn voor de klinische praktijk, moet worden beoordeeld door de eindgebruikers. Deze gebruikers moeten worden gemandateerd door de wetenschappelijke vereniging en het zorgpad waarin zij werkzaam zijn. Alleen eindgebruikers kunnen beoordelen of het systeem gebruiksvriendelijk is en goed integreert met andere zorginformatiesystemen.

  6. Compensatie: De gemandateerde eindgebruikers moeten financieel worden gecompenseerd voor taken zoals het ontwikkelen van de informatiestandaard (“eenheid van taal”) en het testen van zorgsystemen en het onderhouden van de informatiestandaard. De inhoud van het EPD of zorginformatiesysteem kan op nationaal niveau worden uitgevoerd, maar moet rekening houden met internationale richtlijnen en afgestemd worden op elke zorgketen en discipline. Voor borstkanker is dit in Nederland al gerealiseerd, met betrokkenheid van onder andere een patholoog, radioloog, internist, chirurg en gespecialiseerd verpleegkundige.

  7. Wetgeving: In Nederland is de Wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg (WEGIZ) van kracht. Deze wet reguleert echter slechts een beperkt aantal gegevensuitwisselingen tussen ziekenhuizen en zorginstellingen, en niet de uitwisseling binnen een ziekenhuis tussen verschillende zorginformatiesystemen. De EHDS, die door alle Europese lidstaten moet worden gevolgd, gaat verder dan de WEGIZ en verplicht gegevensuitwisseling voor vrijwel alle gegevens, ook binnen zorginstellingen. Dit bevordert de kwaliteit van zorg in Europa en helpt de zorgkosten beheersbaar te houden.

  8. Terminologiestandaarden die semantische interoperabiliteit mogelijk maken spelen een cruciale rol bij succesvolle voorbereiding van klinische gegevens en bieden veel verschillende mogelijkheden voor hergebruik. CPME ondersteunt de capaciteit om de informatieve inhoud van gezondheidsgegevensuitwisselingen uit te drukken met behulp van geschikte semantische en syntactische internationale standaarden. Maar om verstoring en verhoogde werklast te voorkomen, adviseren we nu om door te gaan met coderen volgens het bestaande nationale protocol. De Europese Commissie moet de implementatie van semantische interoperabiliteit voor medische concepten op het niveau van de EU en de lidstaten bevorderen. Het EEHRxF moet in staat zijn om patiëntendossiers uit te wisselen in alle relevante klinische gevallen.

  9. Het EPD moet vertrouwen, transparantie en samenwerking tussen patiënten en zorgverleners ondersteunen. Het is cruciaal dat de bron/auteur van alle gegevens duidelijk wordt geïdentificeerd, of het nu de patiënten of hun vertegenwoordigers, huisartsen of specialisten zijn. Bovendien moet elke deelnemer aan het gezondheidszorgsysteem het recht hebben op persoonlijke gedachten of aantekeningen zonder de verplichting om deze met anderen te delen. Erkend wordt dat personen wettelijk verantwoordelijk zijn voor de gegevens die zij in het systeem hebben ingevoerd.

Deelnemers

AB ProRec Med vzw

Categorie:

User

Locatie:

B101 Dilbeek B-1700

Antonius Ziekenhuis

Categorie:

User

Locatie:

Nieuwegein

Agfa Healthcare

Categorie:

Leverancier

Locatie:

Rijswijk