Mensen verblijven steeds vaker voor vakantie of werk in het buitenland en kunnen daar ziek worden of een ongeluk krijgen. Het is fijn als de zorgverlener dan in één oogopslag in een patiëntsamenvatting ziet met welk medicijngebruik, allergieën en andere bijzonderheden rekening moet worden gehouden om veilige zorg te bieden.
Reden waarom er hard wordt gewerkt om de patiëntsamenvatting niet alleen binnen een land, maar ook internationaal ter beschikking te stellen. Welke ontwikkelingen zijn er en wat is de status daarvan?
International Patient Summary
De ISO heeft in 2021 de technische specificaties (de standaarden) voor de International Patient Summary, kortweg IPS, gepubliceerd: ISO27269. Op basis hiervan heeft IHE een IPS-profiel ontwikkeld dat ook al is vrijgegeven voor proefimplementaties. Daarmee is er dus een kant-en-klare set aan API’s die er samen voor zorgen dat een patiëntsamenvatting kan worden uitgewisseld tussen twee EPD’s (EPD wordt daarbij breed gedefinieerd en omvat ieder elektronisch patiëntendossier, dus bijvoorbeeld ook een huisartseninformatiesysteem). Deze vroege vrijgave van de IPS betekent dat zorgorganisaties nu al ervaring kunnen opdoen met een gestandaardiseerde manier om internationaal een patiëntsamenvatting uit te wisselen. Dit past helemaal bij de trend om agile software te ontwikkelen; de enige manier om in zo’n complexe en continu veranderende omgeving vaart te maken.
EU PS
Het is wat verwarrend, maar naast de IPS is er ook nog een European Patient Summary (EU PS). Deze patiëntsamenvatting is ontwikkeld in het kader van de European Health Data Space (EHDS), die immers tot doel heeft om binnen Europa makkelijk medische gegevens uit te wisselen en burgers toegang te geven tot hun gezondheidsdata. Inhoudelijk zijn er nu nog enkele kleine verschillen tussen de EU PS en de IPS, maar die worden weggewerkt. De techniek verschilt echter wezenlijk. Voor de IPS zal geen wereldwijde infrastructuur tussen zorgverleners ontstaan, zoals die in Europa in het kader van de EHDS wel wordt gerealiseerd. Burgers die buiten de EU een zorgverlener raadplegen, zullen zelf hun IPS op hun telefoon moeten meenemen.
Verschil met de BgZ
In Nederland kiezen we met de BgZ voor een net wat andere route. Waar de EU PS en de IPS complete documenten zijn (pdf’s) waar alles al in zit, maakt de BgZ gebruik van queries. De BgZ is namelijk opgebouwd uit zorginformatiebouwstenen (de ZIB’s). Met de ene querie vraag je de allergieën uit, met een andere de labuitslagen, et cetera. Als je alle queries hebt verricht, dan heb je de complete BgZ. Anders dan in het buitenland is de BgZ in Nederland bovendien geen vaststaande gegevensset, maar een gegevensset die per doelgroep varieert. Er is naast de basis-BgZ één voor voor medisch-specialistische zorg, GGZ, langdurige zorg en huisartsen. En dan zijn er zelfs nog drie BgZ’s voor de spoedzorg (voor meldkamer, ambulancepersoneel en de SEH). Onhandig is dat de BgZ andere terminologie- en codestelsels hanteert dan de EU PS en IPS. Dat wordt onderkend en meegenomen in de ontwikkeling van de BgZ.
Rol van IHE Nederland
Voor Nederlandse ziekenhuizen en huisartsen zijn de verschillen tussen de BgZ, EU PS en IPS op zijn zachtst gezegd niet erg handig. Ook EPD-leveranciers maken zich zorgen. Zij worden met extra werk opgezadeld nu de EHDS de EU PS verplicht gaat stellen. Zij zitten met dubbele of soms zelfs driedubbele implementaties. Daarom maakt IHE Nederland zich hard voor internationale standaardisering. We zijn daarover in overleg met het ministerie en met Nictiz. Gelukkig is onze oproep niet tegen dovemansoren gericht en wordt er hard gewerkt om de BgZ meer naar de IPS toe te trekken. Als hier relevante ontwikkelingen plaatsvinden, zullen we je op deze plek op de hoogte houden.